Wat hebben een huismoeder, appeltak, lieveling en haarbos met elkaar gemeen?
Dat is niet meteen een inkoppertje, of je moet al denken aan een moeder die appeltaart maakt voor haar lieveling met een mooie haarbos...
Maar nee, het zijn namen van nachtvlinders!
We zijn in Ermelo. We hebben in het donker onze weg gevonden door de natuurtuin buiten het dorp en staan nu in het felle licht van een bungelende kwiklamp. Er is een wit laken gespannen als een windscherm met scheerlijnen. Op dit laken verschijnen steeds meer nachtvlinders, aangetrokken door het licht. Een groepje mensen staat het tafereel met gespannen blik te bestuderen. De opwinding neemt toe bij elke nieuwe soort die verschijnt. De organisator die ons bij aankomst bescheiden vertelde er niet veel verstand van te hebben, roept bij de meeste soorten moeiteloos de naam. Sommige van de vlinders worden opgezocht in boeken, waarin plaatjes staan die vaak maar heel subtiel verschillen. De rust keert weer wanneer het gevleugelde beestje op naam is gebracht en gedocumenteerd wordt. En wanneer hij of zij weer in het donker van de nacht verdwijnt, hebben we daar vrede mee.
Het is een paar dagen later. Ik ga zitten voor een mindfulnessoefening. Straks ga ik mee naar het ziekenhuis met iemand die me zeer dierbaar is. De uitslag van vervelende onderzoeken wacht daar op ons. Ik merk hoe tijdens de oefening allerlei gedachten en emoties door me heen gaan. Als vlinders fladderen ze door mijn hoofd en lijf en ze nemen me mee in een onrustig gevoel. Dan denk ik aan de nachtelijke bezoekers op het witte doek. Ik kijk en breng ze op naam: er is onrust, er is onzekerheid, er zijn angstige gevoelens. Er zijn gedachten die vooruit willen lopen, gedachten die achterom kijken. De vlinders op naam gebracht.
Benoemen is erkennen. Erkennen is de ruimte geven. En in die ruimte kunnen de gevoelens en gedachten er zijn en ook weer gaan, als vlinders in de nacht.
Comments